Examples of using Ben in de buurt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maar als het dat ooit wel is… Ik ben in de buurt.
Als je iets nodig hebt, ik ben in de buurt.
Als je iets nodig hebt, ik ben in de buurt.
Kom met mij praten. Ik ben in de buurt.
Ga door, ik ben in de buurt als je me nodig hebt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt van twee dagen op vakantie te gaan.
Ben je in de buurt?
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt als je me nodig hebt.
Ik ben in de buurt.
Ja, ik ben in de buurt.
Goed, ik ben in de buurt.
Oke, ik ben in de buurt.
Dus ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt van het vliegveld.
Ik ben in de buurt als u wilt.
Ik ben in de buurt.
King-10, ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt, eigenlijk.