Examples of using Eigen taal in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tataars of hun eigen taal.
Patiënten krijgen informatie in hun eigen taal.
Ook bepaalde beroepen hebben hun eigen taal.
Spreekt eigen taal spreekt eigen taal.
Spreek in je eigen taal.
Ze begrijpen hem en hij praat met ze in hun eigen taal.
Zingen in eigen taal.
Spreek in je eigen taal.
Ze begrijpen hem en hij praat met ze in hun eigen taal.
Niet met me praten. spreekt eigen taal.
In jullie eigen taal.
Alle mensen die aan je site werken kunnen het in hun eigen taal doen.
Vrouw zingen in eigen taal.
Spreek alsjeblieft je eigen taal.
Aangepaste& eigen taal.
Het is alsof ze hun eigen taal hebben.
Studenten kunnen ondertitels tonenin hun eigen taal.
Jullie hebben zelfs je eigen taal.
Help bij het vertalen van FreeBSD-documentatie in uw eigen taal.
De doven hebben hun eigen scholen, hun eigen taal.