Low quality sentence examples
Dit is een code paars.
Dit is een code 9.
Dit is een code blauw.
Dit is een code rood.
Het is een code 4.
Dit is een code 12.
Of het is een code.
Dit is een code rood.
Dat is een code, Leonard.
Wat is een code grijs?
Het is een code.
Wat is een code talker?
Wat is een code groen?
Wat is een code oorlog?
Nee, dat is een code.
Deze operatie is een code rood.
Er is een code, Madeline.
Wat is een code blauw?
Er is een code tussen brandweer.
Er is een code, Sir.