Low quality sentence examples
Cuddy is positief heet.
Mijn invloed is positief,?
Dat is positief bekeken.
En dat is positief.
Phenolpthalein is positief op bloed.
Uw huid is positief perzik-achtig.
Nee, het is positief.
Het algemene beeld is positief.
De spanning is positief ondraaglijk.
Het is positief voor dichloorvos.
Maar de opvang is positief.
Het meisje is positief barbaars.
Bloedstroom in navelstreng is positief.
Hij is positief magnetisch!
Martin's relatieve jeugd is positief.
Deze eerste ervaring is positief.
Hij is positief, voorbereidt.
Ook het verslag is positief.
Het is positief voor lidocaïne.
Het is positief op syfilis.