Low quality sentence examples
Puffend en stomend keer je hier vijftig jaar terug in de tijd.
Reis 800 jaar terug in de tijd, en verken dit eeuwenoude Mayafort.
Het is net of leeft het daar 50 jaar terug in de tijd.
Paar honderd jaar terug in de tijd.
Deze verrichtingen zijn 10 jaar terug in de tijd raadpleegbaar.
Beleef de geschiedenis- 12 jaar terug in de tijd.
We gaan 15 jaar terug in de tijd naar primitief memory management.
Het voelde alsof ik honderd jaar terug in de tijd was gegaan.
Ik ga 40 jaar terug in de tijd.
Je gaat 30 jaar terug in de tijd.
Wij gaan zes jaar terug in de tijd.
Je waant je 50 jaar terug in de tijd.
Je waant je 50 jaar terug in de tijd.
We gaan een paar jaar terug in de tijd.
We reizen even 10 jaar terug in de tijd.
Het voerde me 30 jaar terug in de tijd.
Deze tour gaat 50 jaar terug in de tijd.
Ze reisden 65 jaar terug in de tijd.
Ze reisden 65 jaar terug in de tijd.
Ik neem je 35 miljoen jaar terug in de tijd.