Low quality sentence examples
Een man heeft dorst.
De man heeft gebreken.
Deze man heeft gefraudeerd.
Deze man heeft rechten!
Deze man heeft sleutels.
Een man heeft grenzen.
Die man heeft connecties.
Die man heeft lef.
Haar man heeft ALS.
De man heeft hersenletsel.
Een man heeft behoeftes.
De man heeft smaak.
Oude man heeft kluis.
De man heeft visie.
De man heeft.
Die man heeft smaak.
Mijn man heeft lupus.
De man heeft invloed.
Die man heeft ballen.
Die man heeft monddiarree.