Low quality sentence examples
Michael wil een paar woorden zeggen.
Michael wil je spreken in de tuin.
Michael wil wel met me mee.
Michael wil de voogdij over Catherine.
Je broer Michael wil weer zakendoen.
Michael wil in je show investeren.
Michael wil niet dat jij het weet.
We moeten doen, wat Michael wil.
Michael wil dat je terugkomt en blijft.
Michael wil dat je veilig bent.
Michael wil me bij de flat zien.
Michael wil studeren, ik moet werken.
Michael wil praten, dus gaan we praten.
Michael wil weten wanneer je echt gaat afbetalen.
Michael wil je spreken. In de ziekenboeg.
Mama, Michael wil niet met me praten.
Michael wil dat je een nummer uit Yentl zingt.
Michael wil de speer omdat deze hem kan verwonden.
Jouw hulp. Michael wil dat je met ons meekomt.
Oom Michael wil niet dat je te laat komt.