Low quality sentence examples
Kom dan naar de mis.
Ik kom niet naar de mis.
Ik wil naar de mis gaan!
Dan hoefje niet naar de mis.
Ze komt niet naar de mis.
Je bent niet naar de mis gegaan.
Auto-ongeluk, op weg naar de mis.
Een moslim gaat niet naar de mis.
Je gaat naar de mis elke zondag.
Gaat ze niet naar de mis?
Ik ga iedere dag naar de mis.
We moesten elke zondag naar de mis.
Thuis gaan ze allen naar de mis.
Op zondag ga ik naar de mis.
Ben je niet naar de mis?
Een moslim gaat niet naar de mis.
Gaat u mee naar de mis?
Kom, we gaan naar de mis.
Elke zondag ging hij naar de mis.
Iedere ochtend gaat Emilie naar de Mis.