Low quality sentence examples
Morgen vertrekken we naar de noordpool.
Tomorrow, we leave for the Arctic.Ga maar alleen naar de Noordpool.
Go to the North Pole alone!Oké, op naar de Noordpool.
All right, let's go to the North Pole.Ik moet meteen naar de Noordpool.
I need Het is naar de Noordpool!
It went to the North Pole!Je verhuist niet naar de Noordpool.
It's not like you're moving to the north pole.Ik moet meteen naar de Noordpool.
I need to arrive at that North Pole immediately.Ga nu terug naar de noordpool.
Now, hurry back to the North Pole.Ik wil niet naar de Noordpool.
Not the North Pole.Iedereen, terug naar de Noordpool!
Everyone, back to the North Pole!Gaan we echt naar de Noordpool?
Are we really going to the North Pole?Ik wil niet naar de Noordpool.
It's not the North Pole.Eén ticket naar de Noordpool, aub.
One ticket to the North Pole, please.Ben Saunders op ski's naar de Noordpool.
Ben Saunders skis to the North Pole.Jazeker. Je gaat naar de Noordpool.
Yeah. You're going to the North Pole.We gaan terug naar de Noordpool nu.
We will be heading back to the Arctic now.Naar de Noordpool natuurlijk. Waarheen?
Where? Why, to the North Pole, of course?We willen drie kaartjes naar de Noordpool.
We want three tickets to the North Pole.Navy's sending us to the Arctic.Tristan Jones naar de Noordpool.
