Examples of using Sigurd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En jij, Sigurd.
M'n broers… Ze geloven niet dat ik Sigurd niet wilde doden.
Ik heb ook wat brood voor jou meegebracht. Dag, Sigurd.
Ik stel voor dat je daarop solliciteert, Sigurd.
Ik stel voor dat je daarnaar solliciteert, Sigurd.
En toen vroeg hij het Hvitserk en toen Sigurd.
En veel naar Gabriel. Erik. Sigurd.
Erik. Sigurd.
En veel naar Gabriel. Erik. Sigurd.
Sigurd stierf op 6 februari 1155.
Sigurd werd daarna alleenheerser van Noorwegen.
Sigurd werd met Gjuki's zonen bloedbroeders.
Daar was Sigurd de Viking.
Omdat Sigurd werd verslagen,
Stoute Edward. Hij heet Sigurd.
Hij heet Sigurd. Stoute Edward.
Sigurd. En heel vaak Gabriel. Erik.
In februari 2009 werd The Legend of Sigurd and Gudrún uitgegeven.
Dit wordt spannend. Sigurd.
Als ik gewond moet zijn om je te zien… laat ik Sigurd aan boord.