Low quality sentence examples
Je wilt over Vik praten.
Vik, hij lijkt splinternieuw.
Vik deed het heel goed.
Of Vik, denk ik.
Is Vik een chirurg?
Nee. Vik gaat dood.
Vik had geen keus.
Vik heeft het hem geleerd.
Vik is bij me weg.
Is ze hier? Vik.
Allereerst Vik is mijn huurder.
Ik begrijp het, Vik.
Vik komt niet meer terug.
Vik, schakel Shrikethorn uit.
Vik en ik begonnen om.
Vik? Hoor je me?
Vik… is zij hier?
Ik ben Inger Johanne Vik.
En?- Engström en Vik.
Meer over deze familie Vik.