Low quality sentence examples
Roman moet zijn programma overbelast hebben.
Vincent heeft zijn programma hier geüpload.
Er is met zijn programma geknoeid.
Nee, het volgt zijn programma.
Hij werkt waarschijnlijk aan zijn programma.
Hij wilde dat in zijn programma opnemen.
Marshall ontdekte dat ze zijn programma misbruikten.
Zijn programma is rudimentair een 15-megabyte systeem.
Het maakt deel uit van zijn programma.
Een softwarebedrijf zal enkel zijn programma optimaliseren.
Hij wilde zijn programma educatief maken.
Dit zijn programma's waarbij de NSA.
Er zijn programma's easter, en parades.
Alle cursussen zijn programma's van een week.
Zijn programma's zijn divers.
Wat was zijn programma?
Ik luisterde altijd naar zijn programma.
Hij begon zijn programma met de opmerking.
Na de pauze wijzigde Dukic zijn programma.
Babeuf formuleerde zijn programma in twee fasen.