NOT IN THE HOUSE in Dutch translation

• niet in het huis
• niet thuis
• niet in 't huis
• niet aanwezig

Examples of using Not in the house in English and their translations into Dutch

The professor's body was not in the house.
Het lichaam van de professor was niet in het huis.

Smoking Not in the house, but in the garden.
Roken In het huis niet, maar wel in de tuin.

Internet is available but not in the house.
Internet is aanwezig maar niet in het huisje.

Please, not in the house.
Alsjeblieft, niet in huis.

Not in the house.
Niet in huis.

Goffredo, not in the house.
Goffredo, niet in huis.

Not in the house, alex.
Niet in huis, Alex.

Javier is not in the house.
Javier is niet in huis.

They're not in the house.
Ze zijn niet in huis.

Not in the house.
Niet binnen.

Not in the house, young lady.
Niet in huis, jonge dame.

We are not in the house.
We zijn niet bij het huis.

He's definitely not in the house.
Hij is niet in huis.

Boys? Not in the house.
Niet in huis, jongens.

Are you not in the house?
Bent u in het Huis?

Mummy not in the house?
Mama, niet binnen roken?

You know what is not in the house here. Where?
Jij weet wat er niet in huis is. Waar?

The computer wasn't in the house.
De computer was niet in dat huis.

Where? You know what is not in the house here?
Jij weet wat er niet in huis is. Waar?

Not in the House?
Toch niet in ons huis?