"Das oft" wordt niet gevonden op TREX in Duits-Nederlands richting
Probeer In Nederlands-Duits Te Zoeken (Das oft)

Voorbeelden van lage kwaliteit zin

Ich sage das oft.
Dat zeg ik ook vaak.
Passiert das oft?
Heb je die vaak?
Passiert ihm das oft?
Gebeurt dit vaak?
Wir tun das oft füreinander.
Dat doen we vaak voor elkaar.
Sally fragt sich das oft.
Sally vraagt zich dat vaak af.
Tun sie das oft?
Doe je dat vaak?
Macht er das oft?
Doe jij dit vaak?
Tust du das oft?
Doe je dit vaker?
Machst du das oft?
Doe jij dit vaak?
Frage ich mich das oft.
Ik vraag me dat vaak af.
Schlaue Leute machen das oft.
Slimme mensen doen dat vaak.
Passiert Ihnen das oft?
Gebeurt je dat vaak,?
Tun sie das oft?
Doet u dat vaker?
Passiert das oft hier?
Gebeurt dat hier vaak?
Machen Sie das oft?
Doe je dit vaker?
Obwohl ich das oft mache.
Hoewel ik dit vaak doe.
Passiert dir das oft?
Gebeurt dit je vaak?
Machen Sie das oft?
Doe je dat vaak?
Macht er das oft?
Doet hij dat vaak?
Machen Sie das oft,?
Doet u dit vaker?