"Sonst sage" wordt niet gevonden op TREX in Duits-Nederlands richting
Probeer In Nederlands-Duits Te Zoeken (Sonst sage)

Voorbeelden van lage kwaliteit zin

Sonst sage ich es bestimmt noch mal. Oft und in aller Öffentlichkeit.
Anders zeg ik het misschien vaker, en in het openbaar.
Und du wirst es mir sagen, sonst sage ich dir nicht, was tun.
Je weet het en je vertelt het me, anders zeg ik niet wat je moet doen.
Du übernimmst die Schuld, sonst sage ich Turk, du hast einen Liebhaber.
Neem de schuld op je of ik zeg dat je vreemdgaat.
Pass auf, sonst sage ich deiner Mutter, du hast nach Schnaps gerochen. Ja.
Straks vertel ik je moeder dat je naar drank rook. Pas maar op.
Los jetzt, sonst sage ich den Kampf ab, dann sind Sie raus.
Of moet ik je laten opgeven, dan lig je eruit.
Sagen Sie mir, wo er ist, sonst sage ich dem Kartell, dass Sie aufgeflogen sind.
Vertel mij zijn locatie of ik vertel het kartel dat jij bent blootgelegd.
Sonst sage ich Ihrem Chef, dass Sie mir eine kleine Führung… durch seine Waffenkammer gegeben haben.
Of ik zeg je baas dat je me een kleine rondleiding gaf… We zullen dit afspreken… jij vergeet dat je me zag… in zijn privé-kamertje met wapens.
Sagen Sie mir, wo er ist, sonst sage ich dem Kartell, dass Sie aufgeflogen sind.
Geef me z'n locatie, anders hoort het kartel dat u ontmaskerd bent.
Hast du gehört, wie ich gesagt habe, ich liebe dich, sonst sage ich es noch mal.
Heb je me horen zeggen dat ik van je hou? Want ik kan het nog een keer zeggen.
Sonst sage ich, dass du mit Agustín zusammengearbeitet hast,
Zo niet, dan beschuldig ik je van collaboratie met Agustín…
Sonst sage ich es!
Anders zeg ik het,!
Sonst sage ich was.
Daar zeg ik wat van.
Sonst sage ich Papa alles.
Anders vertel ik papa alles.
Sonst sage ich gar nichts.
Anders zeg ik niks.
Sonst sage ich es allen.
Anders vertel ik het.
Sonst sage ich es allen.
Of ik vertel het iedereen.
Sonst sage ich gar nichts.
Anders hoor je niks van mij.
Sonst sage ich es Simon.
Anders kon ik het Simon vertellen.
Versprich es, sonst sage ich nichts.
Beloof het, anders zeg ik niets.
Sonst sage ich, das warst du.
Anders zeg ik dat jij de drank maakte.