YOU CAN'T SAY - vertaling in Nederlands

• je kunt niet zeggen
• mag je niet zeggen
• je kunt niet beweren
• je kunt niet ontkennen
• kun je niet zeggen
• je kan niet zeggen
• kan je niet zeggen

Voorbeelden van het gebruik van You can't say in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Stop. You can't say that.
Dat mag je niet zeggen. Stop.

You can't say that about most women.
Dat kan je niet zeggen van de meeste vrouwen.

You can't say he's completely wrong.
Je kan niet zeggen dat hij helemaal ongelijk heeft.

What? You can't say that, Mum.
Wat?- Dat kun je niet zeggen, Mam.

You can't say that we didn't love you..
Je kunt niet zeggen dat we niet van je hielden.

You can't say that. Stop.
Stop. Dat mag je niet zeggen.

Yet you can't say we're uninformed.
Je kan niet zeggen dat we onwetend zijn.

No, you can't say that.
Nee, dat kan je niet zeggen.

You can't say that, Mum. What?
Wat?- Dat kun je niet zeggen, Mam?

You can't say we haven't been happy.
Je kunt niet zeggen dat we niet gelukkig waren.

You can't say that, Joop.
Dat mag je niet zeggen Joop.

God, you can't say that.
God, je kan niet zeggen dat.

You can't say hippo.
Hond kan je niet zeggen.

You can't say that to me.
Dat kun je niet zeggen tegen mij.

You can't say you don't agree.
Je kunt niet zeggen dat je het oneens bent.

Oh, you can't say that.
Dat mag je niet zeggen.

You can't say that.
Zoiets kan je niet zeggen.

But you can't say it's not there?
Maar je kan niet zeggen dat hij er niet is?

Binky, you can't say that.
Binky, dat kun je niet zeggen.

You can't say that CO2 will drive climate.
Je kunt niet zeggen dat CO2 het klimaat stuurt.