SOIT LÀ - vertaling in Nederlands

• hier zijn
• hier is
• er is
• erbij is
• daar is
• komt
• thuis was
• aanwezig is
• hier was
• er was
• er zijn
• erbij zijn
• erbij was

Voorbeelden van het gebruik van Soit là in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Dis-lui que c'est très important qu'il soit là.
Zeg maar gewoon dat het belangrijk is dat hij erbij is.

Pas avant qu'il soit là.
Niet voor hij komt.

Je veillerai à ce qu'il soit là.
Ik zal zorgen dat hij er is.

Donc je m'en fout qu'Esther soit là ou pas.
Dus het maakt mij niet uit of Esther hier is of niet.

Il faut que tout le monde soit là.
Ik wil dat iedereen erbij is.

J'aurais voulu que Joe soit là pour voir tout ça prendre vie.
Ik wou dat Joe hier was om dit te zien opbloeien.

J'aimerais qu'Henry soit là.
Ik wou dat Henry er was.

Cher Théo, je suis si heureux que Gauguin soit là.
Beste Theo, ik ben zo blij dat Gauguin er is.

A part ça. Je pense pas qu'elle soit là à cause de nous.
Behalve dat… denk ik niet dat ze hier is vanwege ons.

Il faut qu'on soit là quand elle rentrera?
Je wilt toch hier zijn als ze thuiskomt?

J'aimerais qu'elle soit là, juste pour se moquer de cette discussion.
Ik wou dat ze hier was alleen maar om dit gesprek te bespotten.

Je voulais qu'il soit là.
Ik wilde gewoon dat hij er was.

Plus j'en entends, plus je suis contente qu'il soit là.
Als ik dit zo hoor ben ik blij dat hij er is.

Tu n'as pas l'air contente qu'il soit là.
Je lijkt niet erg blij dat hij hier is.

C'est obligé qu'il soit là?
Moet hij hier zijn?

Mon dieu, j'aimerais que Zoila soit là.
God, ik wou, dat Zoila hier was.

Callie ne veut pas qu'on soit là.
Callie wil niet dat we er zijn.

Tu sais que Papa aurait aimé qu'elle soit là.
Je weet dat papa zou willen dat ze er was.

Ils ne sauront pas qu'il arrive jusqu'à ce qu'il soit là.
Ze merken het pas als hij er is.

Il faut vraiment qu'elle soit là?
Moet zij erbij zijn?