Voorbeelden van het gebruik van Autostoeltje in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb geen autostoeltje.
Ik weet heus wel wat een autostoeltje is.
Hij had zijn eigen autostoeltje.
Ze heeft een hekel aan het autostoeltje.
Ik haal het autostoeltje.
En ik heb luiers besteld en een autostoeltje en speelgoed en al dat soort dingen.
Daarom adviseren wij altijd een autostoeltje te gebruiken.
Met de automatische zithoogteaanpassing biedt het autostoeltje ook grotere kinderen meer ruimte en comfort.
Het groep 1/2/3 autostoeltje kan 11 jaar worden gebruikt.
Kindermand of 1 autostoeltje vervoer in de bagageruimte
Zat hij in het autostoeltje?
Ze moet in een autostoeltje.
Een tornado met een autostoeltje?
Zet je broertje in z'n autostoeltje.
Ze moet een uur in het autostoeltje kunnen zitten.
En bedankt voor het autostoeltje.
de universele maat past op elk autostoeltje.
Daarom kopen ouders een autostoeltje om het niet te schenden
ook als wieg voor de kruimels en zelfs als autostoeltje.
Dankzij de vlakke ligpositie verandert het autostoeltje in een praktische en slimme reiswieg voor de eerste maanden.