Voorbeelden van het gebruik van Dat feest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil naar dat feest.
Je komt om middernacht naar dat feest.
Ik wil naar dat feest gaan.
Toen hij naar dat feest ging.
Je gaat vanavond naar dat feest.
Ik moet naar dat feest.
Daarom gaan wij ook naar dat feest.
Emily Thorne was niet op dat feest, Nolan.
Kate, jij neemt me mee naar dat feest.
Je moet vanavond niet naar dat feest gaan.
Ik heb de uitnodigingen voor dat feest niet verstuurd.
Ik wou… dat feest… die mensen.
Op dat feest wilde je wel.
Dat feest is geen goed idee.
Dat feest wordt gigantisch.
Je gaat naar dat feest, omdat jij de macht hebt.
En u bent zeker van dat feest, Señor Elegante?
Op dat feest namen mensen de nieuwe designerdrug utopium.
Gun hem dat feest nou gewoon.
Dat feest waar jullie de hele maand al mee bezig zijn?