Voorbeelden van het gebruik van Doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar kinderen doen meestal kunst voor het plezier.
Maar wat moet ik doen met dit alles?
Al die tijd waren Happy en ik hetzelfde aan het doen.
Als ik niet snap wat er gebeurt, kan ik ook niks voor je doen.
Wat kan ik voor u doen?
Sorry, ik wist niet wat je zou doen.
Kan ik niet gewoon ergens gesmolten kaas op doen?
Ik kom wel even langs om te kijken wat ik voor je kan doen.
Ze kunnen niet meer meppen, maar doen alsof.
Wat moet ik dan met een plant doen?
Je gaat mij ook doen wenen.
Meestal zijn het de kleintjes die zo doen.
Oké, wat moet ik voor jou doen?
Je broer, ik en Rocco… doen zaken met die lui.
Niet voor spoken. Die kunnen doen wat ze willen.
ik nog iets kan doen.
Ik zei je dat we hem zouden vinden, en dat doen we ook.
dat gaan jullie met mij ook doen.
Ik ben er niet van overtuigd dat hij iets voor ons kan doen.
Belt u me vooral als ik wat voor u kan doen.