Voorbeelden van het gebruik van Ik ben doof in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ben doof.
Jodi.- En ik ben doof. Ja, natuurlijk.
Ik ben doof.
Ik ben doof, niet blind.
Ja Ik ben doof aan een oor en slechthorend aan het ander,
schreeuw, want ik ben doof!
Ik ben doof aan beide oren, maar ik kan wel Engels spreken
schreeuw, want ik ben doof!
Ik was doof en nu kwijn ik weg.
Ik was doof.
En IK ben doof!
Ik was doof en nu mag ik horen.
Reden twee: ik was doof.
Maar ik was doof en blind voor de toekomst,
En ik was doof, zodat ik me bewust kon worden van een diepere vibratie en een ritme van het leven dat verder reikt
Ik ben doof geboren.
Ik ben Sandy Eierstok en ik ben doof aan één oor!