Examples of using Ahh in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ooh. Ahh, ik zei druk vier.
Ahh shit wat een kut zooi!
Ahh, het beging van het fietsseizoen.
Ahh, ik zei druk vier. Ooh.
Ahh, een radio uitzending?
Ahh, ze was het waard.
Ahh, dus jij bent degene.
Ahh, hier is onze kleine man.
Ahh, de verkeerde sleutel.
Ahh, dat is liefde voor jou.
Ahh, een radio-uitzending?
Shit! Ahh mijn hoofd!
Abe! Heb je het gevonden? Ahh.
Ahh! Ik vond deze oude foto.
Vier. Acht. Druk vier. Ahh. Zeven.
Hey, welkom.- Ahh, subliem.
Ahh, Grace, kijk jezelf eens.
Heb je had een tetanus prik gehad in de afgelopen zeven jaar? Ahh.
Abe! Heb je het gevonden? Ahh.
Ahh! Hey, er zijn kuilen, bro.