Examples of using Autodeur in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je moet de autodeur openmaken!
Vanmiddag landde dit mooie gele vliegje op de handgreep van de autodeur.
We dalen door een hek gemaakt van een autodeur, buigen naar rechts
Soms doe je de autodeur open in de zomer,
Mooi, want er is meer… we vonden kruitresidu op de buitenkant van de autodeur.
jij steekt je vingers tussen een autodeur!
ik zeg dat ik ermee tussen de autodeur kwam. Dat verklaart waarom de handtekeningen verschillend zijn.
jij steekt je vingers tussen een autodeur!
Is dat een autodeur?
Lk hoorde een autodeur slaan.
Ik hoorde je autodeur.
Gemaakt van het vormen met autodeur.
Voor ik je over de autodeur vertel.
Dan heeft hij zijn autodeur niet open.
Heeft de autodeur hem geraakt?
Uw wapen zat verstopt in uw autodeur.
De autodeur staat open, ja?
Ik heb weer een deuk in mijn autodeur.
Autodeur klinken, een telescoop
Kan ik niet eens een autodeur goed dichtdoen?