Examples of using Autoshow in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Bewijsstuk"B. Welkom op de autoshow in het Nassau Coliseum.
En dan naar een autoshow.
Ik kom vanuit Cincinnati voor de autoshow.
Er is een autoshow bij Fairplex.
Wacht even. Vorig jaar was ik op de autoshow.
Ze waren bij een autoshow.
Hij zal de auto volgende week laten zien tijdens de autoshow.
Dit is een autoshow.
Dit is een autoshow.
Het is een autoshow.
Tom is naar een autoshow in Everett.
Toyota toont op de autoshow van New York de FT-4X Concept.
Autoshow| De geheel nieuwe Mercedes-Benz CLS?
Dus ze gaan niet voor een autoshow of een wijnfestival.
Dat schatje gaat de ster worden vrijdag op de autoshow.
Zij gaan voor ons de autoshow bewerken.
De productieversie werd in 2008 op de autoshow in Genua getoond aan het publiek.
Er is geen megabioscoop en geen autoshow.
Op weg naar de autoshow.
Bewijsstuk"B. Welkom op de autoshow in het Nassau Coliseum.