Examples of using Cherry in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Cherry heeft gelijk. Luister.
Ik ben Cherry. We hielden allemaal erg veel van Rickey.
Ze is bij Cherry.
Uw gasten verrassen met een lekker geurtje: cherry.
We hebben genoten van onze 6 nachten in Cherry Tree!
Zelfs de allerbeste speurder kan nu geen Cherry meer vinden.
Toen het klaar was noemde we hem Cherry.
Zo triestig zonder mijn lieve vranke Cherry.
Ja. het is"Popping the Cherry.
Ik riep Cherry niet.
Wat heb je gedaan Cherry?
Ik bel Cherry wel.
Ik volg de verdachte richting West Point Cherry.
Ik herhaal, West Point Cherry.
Niets, Cherry Pop.
Zo triestig zonder mijn lieve vranke Cherry.
Ik volg een verdachte hij rijdt naar het Westen, richting Cherry.
Ik herhaal, West Cherry.
Zo, waar is je moeder, Cherry?
Zelfs de allerbeste speurder kan nu geen Cherry meer vinden.