Examples of using Clarence in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Clarence is zeer welbespraakt.
Ik ken geen Clarence Beeks, Mr. Duke.
Daar heb je Clarence House, waar de koningin-moeder woont.
Clarence z'n ouders zijn bij z'n zieke oma in Queensland.
Clarence deelt.
De eerste jaargang Clarence veulens zijn nu 2 jaar oud.
Kullen C(Clarence) werd tot vicekampioen van de BWP keuring gekroond.
Laat BreakFree on Clarence van te voren weten wat uw verwachte aankomsttijd is.
Denk je dat het Clarence zijn paard is. Hier?
Clarence ziet eruit alsof hij jou ook wil, Denny.
Ik ben Clarence. En ik heb deze man al zes jaar niet gezien.
Clarence wil je spreken.
Clarence' naam werd steeds genoemd.
Clarence was altijd eerlijk.
Clarence is welbespraakt
Ik moet Clarence spreken en kwam hier op mijn benen.
Het is Clarence. Ik heb mezelf niet in de hand.
Clarence is welbespraakt
Ken je Clarence Worley?- Nee?
Clarence, heb je haar geslagen?