Examples of using Clarissa in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dit is m'n vrouw Clarissa.
Dit is m'n vrouw Clarissa.
Nee, Eigenlijk was dat Clarissa.
Het was tijdens het oogstfestival… dat de kleine Clarissa een vervelend ongelukje had met de ijskoe.
Om Akito, maar zie dit. Volgens Clarissa, op de camerabeelden, kwam niemand van de boot af.
Clarissa is gek, maar ze heeft in geen geval iemand vermoord,
Clarissa is gek, maar ze heeft in geen geval iemand vermoord, zeker geen willekeurige vrouw.
Clarissa's heeft een andere overeenkomst gevonden.
voel me verantwoordelijk voor Clarissa's verdriet.
Goeiemorgen, Clarissa.
Klaar, Clarissa.
God zegene Clarissa.
Daar staat Clarissa.
Ze heet Clarissa.
Uw vrouw, Clarissa.
Clarissa zal opgetogen zijn.
Clarissa zoekt naar vezels.
Ik ben Clarissa Vaughan.
Is het Clarissa?
Clarissa is mijn vriendin.