Examples of using Coburn in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Is dr. Coburn aanwezig?
M'n echte naam is Alex Coburn.
Jacob Coburn. Hij is een eerstejaars.
Ik weet dat je Alex Coburn was.
Coburn heeft een spoor van de stropers.
Julia coburn houdt ervan om genageld te worden.
Denk je dat Matthew Coburn gelijk had?
Miranda Coburn.
Ik ben jou leugens over James Coburn beu!
Generaal Coburn stuurt een MvD-techneut om het te analyseren.
Coburn en haar vriend hebben me daarbinnen gered.
Dr. Coburn.- Ik heb verloskunde opgeroepen.
Mr Coburn, waar was je op vrijdagnacht?
Zeg de naam Alex Coburn je iets?
Er doen wat geruchten de ronde over Coburn.
Verantwoordelijkheid voor de affaire genomen Luitenant Coburn heeft volledige.
Ze bellen net dat dr. Coburn onderweg is.
Dylan heeft dat nummer geschreven voor die film met James Coburn.
Ga Coburn tegemoet en keer terug naar de sterrenpoort.
Onthoud dit: Je neemt Buckley, Coburn, Bourne en Charlie.