CODEWOORDEN in English translation

code words
codewoord
code woord
geheimtaal
codewords
safe words
stopwoord
codewoord
veilig woord
veiligheidswoord
safe woord
safewoord
alarmwoord
noodwoord

Examples of using Codewoorden in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Hij hoorde ze in een pizzeria en wist dat het codewoorden van Cavallo waren.
He heard somebody at one of the pizza joints using those names. And he knew it was Cavallo's code.
In plaats van het over mannelijke en vrouwelijke lichaamsdelen te hebben, gebruiken we de namen van onze favoriete honkbalspelers als codewoorden.
Of our favorite baseball players as code words. Nuts. All right, instead of talking about male and female body parts, we're gonna use the names.
Behalve, sir, ik keek naar de tip en de beller gebruikte geen codewoorden die werden uitgegeven aan undercover agenten.
And the caller used none of the code words issued to undercover officers. Except, sir, I looked into the tip-off.
Gastvrijheid en familiair zijn codewoorden, terwijl u geniet van zijn buitenzwembad,
Hospitality and family are code words, while enjoying the outdoor pool,
Codewoord Nelson.
Code word,''Nelson.
Codewoord: natuurlijk,
Code words: all natural,
Het codewoord is pompoen.
Code word is pumpkin.
Codewoord"bizar" bevestigd.
Code word"bizarre" confirmed.
En het codewoord?
Na and the code words?
Dat is mijn codewoord voor'taal'.
That's my code word for"language.
Het codewoord is'Phoenix'.
The code word is"Phoenix.
Het codewoord zal hem niet redden.
The code word won't save him.
Ze gebruiken het codewoord'hallo, heer'.
They will use the code word Hello, gentleman.
Het codewoord is Russisch voor"Christmas.
The code word is Russian for Christmas.
Een codewoord voor ons kasteel?
A code word for our castle?
Mijn medewerker geeft u een codewoord.
My associate will give you a code word.
President Bakuto. Het codewoord is Buckboard!
President Bakuto! Code word is Buckboard!
Maar ze gaf me m'n codewoord niet.
She did not give me my code word, though.
Dat is ons codewoord.
That's our code word.
Nee, dat is mijn codewoord.
No, that's my code word.
Results: 46, Time: 0.0353

Top dictionary queries

Dutch - English