Examples of using Eliot in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Shit. Oh, mijn God. Eliot.
Net zoals jij nu, Eliot.
In het lichaam van Eliot Waugh.
Iedereen heeft een zwakke plek, Eliot.
En ik kan Eliot niet helpen.
Jij vertelde mij zelf dat jij en Eliot problemen hebben.
Hoge Koning Eliot.
De volgende is Eliot.
Voor Eliot.
Hoe wist je dat? Eliot Stemple.
Eliot wie?
Eliot.- Waar ben je naar aan het staren? Onderbreking.
Eliot?- Het is nu of nooit?
Eliot?- Het is nu of nooit.
Mike.-Eliot. Wat er is zo bijzonder aan hem?
Mike.-Eliot. Wat er is zo bijzonder aan hem?
Mike.-Eliot. Wat er is zo bijzonder aan hem?
Mike.-Eliot. Wat er is zo bijzonder aan hem?
Eliot.-Hé, jongens.
Eliot.-Hé, jongens.