Examples of using Enige persoon in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mayfair is de enige persoon die altijd onze rug beschermt.
De enige persoon die me kan helpen, is uw zoon.
De enige persoon die ik nog kan vertrouwen.
De enige persoon die mijn vader… niet wil verliezen.
De enige persoon die haar kan overtuigen het niet te doen.
Hij was altijd de enige persoon die daar was.
De enige persoon die jou altijd tegenhield.
Maar ik was niet de enige persoon aan tafel 9.
De enige persoon ter wereld die haar kan identificeren.
Hilde, jij bent de enige persoon die ik vertrouw.
Jij bent m'n enige persoon.
Je zou wel eens de enige persoon die ik nu kan vertrouwen zijn.
Je bent niet de enige persoon die in de toekomst gaat leven.
Ben jij enige persoon die gek genoeg was om dit te doen?
Je bent jaloers op de enige persoon die mij ziet staan!
Deze enige persoon die ze hier kende, is dood.
De enige persoon die ik ken, die vreemde bergen kan verplaatsen.
Jij zou wel eens de enige persoon kunnen zijn waar zij naar wil luisteren.
De enige persoon die ik ken die ze gebruikt is.
De enige persoon die die vraag kan beantwoorden is niet meer onder ons.