Examples of using Gelei in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Voor heerlijke jam en gelei, verwerken we de vruchten.
Het is net gelei.
Ik heb sandwiches gemaakt met pindakaas en gelei.
Met confituur en gelei, cake en allerlei andere dingen.
Zachte, warme gelei.
De gelei wil wat de gelei wil.
In marshmallows en gelei voegen vaak extra ingrediënten.
Ik vond een gelei zonder druiven.
Recepten voor gelei met vanillesaus.
Dat is een gelei.
Met confituur en gelei, cake en allerlei andere dingen.
U zei: presenteer de gelei, mijnheer.
Ik gebruik de druiven voor sap en gelei.
Oh, dit is geen gelei geweer zonneschijn!
Macro close-up van multi kleur snoep en gelei.
Nee. Ze werkte in de Gelei Kamer.
Geef geen aandacht aan plekken met geen gelei.
Nee. Ze werkte in de Gelei Kamer.
zalm of gelei.
Hij zei: We zijn allen gelei donuts.