Examples of using Gisèle in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wilde Gisèle.
Bedankt, Gisèle.
Nu moeten allen die Gisèle liefhadden of vereerden het zonder haar doen.
Gisèle is een zeer behulpzame
Gisèle is een vriendelijke gastheer die weet hoe te verwelkomen met gemak en hartelijk.
Gisèle De woning is gelegen in een bos in het midden van de nature.
Gisèle, we zijn met de auto gekomen
Gisèle. Je leeft!
Gisèle is zo mooi… Alle mannen uit de streek komen naar haar kijken.
Gisèle wil je echt leren kennen.
Dat heb jij 32 jaar voortreffelijk gedaan, Gisèle.
We hebben al twee weken geen ruzie gehad. Gisèle?
Gisèle De woning is gelegen in een bos in het midden van de nature.
Gisèle is echt het grootste model van het moment.
En daarna Gisèle.
Gisèle, om je pensioen te vieren, hebben we besloten voor jou 'n lied te zingen.
Enkele beroemde hedendaagse dirigenten zijn Gisèle Ben-Dor, Jose Serebier en Carlos Kalmar.
Gisèle maakte kennis met hem,
Mijn Gisèle?
Ik ben Gisèle.