Examples of using Gummer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
John GUMMER Minister van Milieubeheer.
John GUMMER Minister van Landbouw.
De heer John GUMMER Staatssecretaris van Milieubeheer.
De Voorzitter J. GUMMER.
de heer GUMMER, heeft laten weten dat hij met de bijeenkomst van de Afdeling te Londen ingenomen is.
de heer GUMMER, Brits minister voor landbouw,
Het is Mr Gummer.
Mr Gummer, welkom.
De legendarische meneer Burt Gummer.
Ik ben Burt Gummer.
Begrepen, Mr. Gummer.
De Gummer in Afrika.
De overlevingsspecialist met burt gummer.
Mr. Gummer?- Graboids?
Mr Gummer. Onderbreek geen volwassenen.
Mr Gummer. Onderbreek geen volwassenen.
Nee! Echt waar Gummer?
Jij weer? Meneer Gummer?
Jij weer? Meneer Gummer?
De IRS beheerd jou, Gummer.