Examples of using Ik repareer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik repareer schepen in de buurt van de Monroe haven.
Ik repareer daken.
Ik repareer netten.
Ik repareer de loopplank en haal jullie spullen.
Ik repareer boten.
Ik repareer het.
Ik repareer hem.
Ik repareer kapotte apparaten.
Ik repareer alleen dingen.
Nee, ik repareer iets verkeerds.
Ik repareer 't wel!
Ik repareer netten, werk niet met zwaarden.
Ik repareer dingen.
Ik repareer het dak, en dan werkt de oven niet meer.
Ik repareer het wel.
Inderdaad, ik repareer de elektriciteit.
Ja, Ik repareer ze.
Maar ik repareer het wel.
Inderdaad, ik repareer de elektriciteit.
Kalmeer, ik repareer het onderweg wel.