Examples of using It'er in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De moordenaar heeft een IT'er?
Maar onder officier Peal is een IT'er.
Vroeger werd de term IT'er gebruikt.
Weet je nog van gister dat ik zei dat ik een IT'er was?
Nu praat je als een IT'er.
Mijn schoonzoon is IT'er.
Dat bedrijf wordt gerund door een IT'er.
Ik ben maar IT'er.
Jij bent een griffier en ik de IT'er.
De IT'er daar. Hij werd door Franklin ontslagen,
Hier krijgt elke IT'er het ideale toekomstbeeld dankzij meer dan honderden sessies over Microsoft technology.
Rachel. Ik wil het nummer Tobe Miller, de IT'er die we ontslagen hebben.
Een IT'er aannemen die nog nooit heeft geprogrammeerd, is natuurlijk niet zo handig.”.
Rachel. Ik wil het nummer Tobe Miller, de IT'er die we ontslagen hebben.
Je hoeft geen doorgewinterde IT'er te zijn om bij ons aan de slag te gaan.
Een ingenieur, een IT'er, een journalist, een jurist
Rachel. Ik wil het nummer Tobe Miller, de IT'er die we ontslagen hebben.
Zijn bewakers escorteerden een IT'er met twee koffers naar buiten.
Rope je mee in het geven van uw gegevens met verschillende oplichting Fake IT'er, Beloning Beweren, etc.
We liepen de plekken na waar Kathy werkte als IT'er in de afgelopen tien jaar.