Examples of using Josiah in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is Josiah.
Ik wil Josiah ontmoeten.
Je moet Josiah zijn.
Goedemorgen, mr. Josiah.
Het is Josiah Wedgewood.
Gesticht door Josiah Wexler.
Heeft Josiah een achternaam?
Priester Witherspoon.- Josiah?
Josiah maakte het voor mij.
Het is daar, Josiah.
Ik ben de profeet Josiah.
Priester Witherspoon.- Josiah?
Ze zijn geland. Josiah.
Josiah zegt dat hij Drew kent.
Waar Josiah zegt dat hij is.
Josiah, start het vuren.
Mr Josiah Brown neem ik aan?
Partijgenoot Josiah Zion Gumede werd president.
Ontstoken amandelen. Josiah. De jager.
Misschien is Josiah in de buurt.