Examples of using Keith in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Vorige keer noemde je me Keith en was jij aan het flirten.
Ik ben Keith moeder… en ik.
Keith heeft gelijk.
En Keith dan?
Heb je Keith kunnen bereiken?
Video Hallo, hier Keith Bellows met het onderzoeksteam van National Geographic.
Keith trouwt vandaag.
Keith, luister naar me.
Keith is eindelijk gelukkig.
Dan denkt dat Keith het gedaan heeft.
Keith wil ik alleen maar helpen.
Heb je Keith te pakken kunnen krijgen?
Keith is nu aan de beurt.
Keith, bedoel je?
Keith is een man met doorzettingsvermogen en geeft nooit op.
Keith werd in 1955 geboren en Aileen in 1956.
Pas in 2013 vond Keith Palmer de mijnen op H. niger.
Keith, kom op.
Keith, heb je de nooduitgangen geregeld?
Keith is geraakt.