Examples of using Kriebel in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik heb een kriebel in m'n keel.
Hij is een kriebel monster.
Maar ik had een kriebel in mijn keel.
Het is een kriebel monster.
Goed. Ik heb een kriebel in mijn keel.
Het is maar een kriebel.
Het is gewoon een kriebel.
Ik werd wakker met een kriebel in mijn keel.
Geen steek, zelfs geen kriebel.
Kriebel hem dan rustig onder zijn kin of borst.
En op hetzelfde moment kriebel ik de ballen heel voorzichtig.
En op hetzelfde moment kriebel ik de ballen heel voorzichtig dan draai ik mijn tong helemaal.
En op hetzelfde moment kriebel ik de ballen heel voorzichtig.
Nee, deze kriebel was niet goed.
Kriebel mij”, het is een teken van vertrouwen;
Die kriebel achter in mijn hoofd valt me weer lastig.
Info Tickets Voel die kriebel in je buik terwijl je naar beneden glijdt.
Voel die kriebel in je buik terwijl je naar beneden glijdt.
Kriebel hem onder z'n kin, dat vindt hij fijn.
Kriebel mijn buik, dan gaan mijn poten schudden.