Examples of using Mack in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mack weet wat ze wil doen en waar.
We horen dat Mack 35 minuten geleden de bank heeft verlaten.
Mack hier.
Denkt Mack dat je vreemdgaat?
Hoelang duurde het voordat Mack uit quarantaine mocht?
Mack had de show nog niet bedacht.
Heb je Mack ook opgeruimd?
Mack! Je hoeft dit niet alleen te verwerken!
Mack heeft gelijk. Ik ben een oplichter.
Emily vroeg ons Mack na te trekken.
Mack is in orde. We hebben zijn locatie.
Ik kan niet geloven dat Mack dood is.- Dank u.
Bill. Tiffy en Mack gaan weg bij de Unit.
Jij bent gladde Mack.
Hé, zal ik even bijschenken, Mack?
Je kunt blijven totdat Mack thuiskomt.
Ik heb Mack soms.
Het is The Mack.
Het is Mack.
Je hebt Mack gesproken?