Examples of using Makkelijkste in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat was het makkelijkste.
Win-win.- Makkelijkste scheiding ooit.
Wat? Dat is 't makkelijkste.
Win-win.- Makkelijkste scheiding ooit.
Ik weet dat je niet de makkelijkste bent.
In veel opzichten was Kevin Graysons makkelijkste doelwit.
Wat? Dat is 't makkelijkste.
Dat is de makkelijkste.
Hij is niet de makkelijkste.
Dat is de makkelijkste.
Dit was het makkelijkste.
Blijdschap. Dat is de makkelijkste.
Nee, dat was het makkelijkste.
De snelste, makkelijkste manier.
Hij is niet de makkelijkste.
Zij was de makkelijkste van allen.
Dat deel was het makkelijkste.
Nee, dat was het makkelijkste.
De makkelijkste, snelste en goedkoopste manier van reizen is natuurlijk de fiets.
Niet altijd het makkelijkste, maar daarvoor is het ook een uitdaging!