Examples of using Man ook in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
M'n ouders zijn gedood, m'n man ook.
Goed. Breng die man ook.
Ik ben Sneeuwwitje haar man ook.
U moet deze man ook zoeken.
En mag een man ook haten?
Dat zei mijn man ook.
IK heb degene die spreekt gezalfd en haar man ook.
Ja. Voor de man ook, Roach.
Ja, ze hebben mijn rechterhand man ook.
U bent erg aardig en uw man ook.
Er was nog een andere man ook.
Ik wilde jouw man ook helpen.
Dus je bedriegt je man ook.
En mijn man ook.
En je man ook.
U bent erg aardig en uw man ook.
Uw man ook.
En m'n man ook nog.
Spraakzame man ook, kan hem niet stil krijgen.
Uw man ook?