Examples of using Mcteer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Heb je McTeer vermoord?
Frank McTeer, algemeen directeur.
McTeer heeft Emily niet aangeraakt.
Waarom zou jij McTeer vermoorden?
Om mij of Cal McTeer?
Sorry dat ik stoor.-McTeer.
Je vocht met McTeer en verloor.
Ik heb het gehoord van McTeer.
Sorry dat ik stoor.-McTeer.
Wat weet je van Cal McTeer?
Cal McTeer. Ze is niet een van ons.
Ik inspecteerde… en bracht McTeer binnen.
Laat hem zien wie Cal McTeer is.
Hij krijgt een harde van Cal McTeer.
Pat McTeer zou zijn verdronken op zee.
David, ken je William McTeer?
Ik inspecteerde… en bracht McTeer binnen.
Je hebt met McTeer gevochten op de parkeerplaats.
Ik mag je wel, Augie McTeer.
Hoe lang heeft McTeer bij jullie gewerkt?