Examples of using Moeten het doen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Waterfrontbezoekers moeten het doen met een in het zwart gehulde Erik Hofland alias Dyzack.
We moeten het doen, Torner.
We moeten het doen, Kaye.
We moeten het doen zolang het kan Gatver.
We moeten het nu doen.
De armen moeten het doen.
We moeten het doen, Vi.
Ze moeten het doen uit vrije wil. Hmm.
Goed, we moeten het doen voor Lilyn.
We moeten het doen zolang het kan.
Maar we moeten het doen.
Samen We moeten het doen zolang het kan.
Ze moeten het doen uit vrije wil. Hmm.
We moeten het doen, Mr Samuel.
We moeten het doen vaker. Yeah.
We moeten het allebei doen.
We moeten het doen zolang het kan- Samen.
We moeten het doen, zoon.
We moeten het doen. Inderdaad.
We moeten het doen, Alicia. Oké.