Examples of using Naima in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het appartement evenals Naima waren geweldig.
Naima is zeer behulpzaam
Het spijt me zo. Naima.
Wat moet ik doen, Naima?
Naima Azough- Zelfstandig adviseur maatschappelijke vraagstukken.
Activiteiten in de omgeving van Dar Naima.
Ben jij ook artiest, Naima?
Naima, we bekeken samen de cijfers.
Naima, dus zo lief en mooi.
Naima bedankt voor de gastvrijheid en comfort….
Naima! Komt ze niet meer terug?
Naima is zeer behulpzaam
Ik ben Naima, ik speel Natalie.
Ik ben Naima. Noem me maar Nima.
Naima en Vungu hadden gelukkig meteen een klik.
Hallo. Ik ben Naima, ik speel Natalie.
Ik ben Naima. Noem me maar Nima.
We voelden ons heel goed bij Naima!
Hé Ray, Zeg Naima dat ik hallo zei?
Hallo. Ik ben Naima, ik speel Natalie.