Examples of using Nutter in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het ware hem nutter dat een molensteen aan zijn hals gehangen…
hij verzonken ware in de diepte der zee. het ware hem nutter dat een molensteen aan zijn hals gehangen.
Voor wat? Nutter. Het drankje.
Onderofficier Nutter heeft een Sable.
Het drankje. Nutter. Voor wat?
En jij hebt mijn Nutter Butter gestolen.
Dat heb ik meegenomen.- Van Agnes Nutter.
Heb je wel eens van Agnes Nutter gehoord?
Van Agnes Nutter. Dat heb ik meegenomen!
Of een Nutter Butter, als je twijfelt.
Dat heb ik meegenomen.- Van Agnes Nutter.
Wat is er, Sarah Nutter? Alsjeblieft, stop!
Zo'n houding zou je nooit krijgen van een Nutter Butter.
Wat is er, Sarah Nutter? Alsjeblieft, stop!
Bezorging op elke locatie in Nutter door onze lokale partner.
Nutter en Henshaw moeten denken
Nutter is een buurtschap in de omgeving van het authentieke kunststadje Ootmarsum.
Geen nutter dier voor rot en muis- Geheugen van Nederland.
Connie wordt chagrijnig als ze geen Nutter Butters tijdens chemo krijgt.
Uw vakantiehuis in Twente is gelegen in het buurtschap Nutter, nabij Ootmarsum.