Examples of using Onvergefelijk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Omdat ze onvergefelijk zijn.
Het is onvergefelijk.
Wat ik trouwens onvergefelijk vind.
nietwaar? Iets… onvergefelijk.
Ze is onvergefelijk dogmatisch.
Ten eerste was het onvergefelijk idealistisch.
Maar wat zij heeft gedaan… is onvergefelijk.
Dat zou onvergefelijk zijn.
Verraad is onvergefelijk.
Ik dacht altijd, dat wanhoop de zonde was, die onvergefelijk is.
Het gedrag van Madame Agathe was onvergefelijk.
zoo goed hebt willen zijn, mij vrijwillig te schenken"--dat is onvergefelijk.
het gedrag van Madame Agathe was onvergefelijk.
en zij heeft die proef zoo goed doorstaan, dat het onvergefelijk van mij zou zijn, haar nu te wantrouwen.
Liegen en diefstal waren onvergefelijke zondes binnen de groep….”.
Niets is onvergefelijker dan de tijd.
Hoeveel onvergefelijke vloeken zijn er?
Hoeveel onvergefelijke vloeken zijn er???
Omdat ik die ene onvergefelijke zonde bega.
Onvergefelijke dingen. Ik weet het.