Examples of using Paulie in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben Paulie voor je Italiaanse hengst, wanneer je wilt.
I will be the Paulie to your Italian Stallion any day.Neal was bij Paulie op de kamer vanmorgen.
Sighs I found Neal in Paulie's room this morning.Ik moet bij Paulie in de buurt blijven.
I gotta stay close to Paulie.Paulie, het bevalt ons wel.
Hey, Paulie, we liked what we saw.Paulie, het komt best goed?
Hey, Paulie, it's okay, all right?Paulie, hoe gaat het ermee?
Hey, Paulie, how you doin'?Paulie, hebben ze je vrijgelaten?
Hey, Paulie, they let you out,?Paulie is ziek.
We're short-staffed. Paulie's sick.Zei ik al dat Paulie dit weekend gaat trouwen?
Did I tell you Paulie's getting married this weekend?Je neefje. Paulie berooft geen brandkasten.
The kid you call your nephew. Hey, Paulie don't rob safes.Kom, Paulie. Jij weer.
You again. Come on, Paulie.Vernietiger Paulie?- Gewoon Paulie. .
Who's Paulie? Just Paulie, ik stuur haar naar je toe.
Hey, Paulie. I'm gonna send her up your way.Paulie, hoe gaat ie?
Hey, Paulie, what's up?Paulie niet. Albert had niks van hem gehad.
I remember Albert saying he didn't get a gift. Not Paulie.Paulie, heb je de deur op slot gedaan?
Hey, Paulie, what, did you lock the door?Paulie krijgt een kindje.
Paulie's gonna have a kid.Paulie, heb je de deur op slot gedaan?
Hey, Paulie. What, do you look the door?Die heeft Paulie ook. Geen Camella.
Not the camelia, though. Paulie's got one just like it.Paulie, hou hem niet voor de gek.
Hey, Paulie, don't play with him.
