Examples of using Philippe in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat is de vrouw van Mr Philippe.
U bent Philippe.
Louis Philippe.
Ik ben een wervingsadviseur voor Lincoln. Philippe Sieca.
Oscar denkt dat hij Philippe heeft vermoord.
Het kruis en de twee broden voor Philippe.
Ze woonde in Frankrijk met mijn stiefvader, Philippe.
Philippe hartelijk dank voor uw gastvrijheid,
Prijs/kwaliteit 9 philippe de vos, met het gezin.
Amsterdam Vorige week vertrokken Philippe en ik voor 2 dagen naar Amsterdam.
Philippe en ik wilden een Europese fiets maken.
Philippe hartelijk dank voor uw gastvrijheid
Philippe, Wayne is een goed mens.
Philippe, we hebben werk te doen.
Philippe, wat doe je graag op koude winteravonden?
Philippe, als je gaat, zorg ervoor
Philippe en ik ronden een nieuw bordspel af.
Philippe, waar vinden we deze duivel?
Prigent philippe, op deze camping in mei 2018 7, 1.
Philippe kan ze niet langer houden.