Examples of using Piney in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
John schreef vast dat hij alleen Piney vertrouwde.
Ik weet zeker dat John schreef dat Piney de enige was die hij vertrouwde.
Maar het bleek dat Spike een blokhut had gevonden in de Piney's.
Lopen, Piney.
Niet met Piney.
Geen probleem, Piney.
Ik ga Piney halen.
Jij. Bel Piney.
Daarom vermoordde hij Piney.
Opie heeft Piney gevonden.
Jij. Bel Piney.
Check het Piney Branch Motel.
Je wilde Tara vermoorden. Piney.
Piney kreeg ze in handen.
Gemma vroeg Clay over Piney.
Hou ermee op, Piney.
Piney. Je wilde Tara vermoorden.
Ik ben het eens met Piney.
Wat gebeurde er met Piney?
Je hebt ze Piney laten lezen.